Current exhibition

Julie van der Vaart & Ronald Zuurmond

12|03|2023 - 13|05|2023

Tijdens de opening geeft kunstcriticus Frits de Coninck een inleiding in het werk van beide kunstenaars.


Zowel Ronald Zuurmond als Julie van der Vaart zijn onderzoekende kunstenaars die ongrijpbare concepten als tijd en ruimte bestuderen en ze proberen op te rekken. Terwijl Van der Vaart in haar fotografie tijdsmomenten vereeuwigt, over elkaar schuift en in elkaar laat overlopen, bouwt Zuurmond laag voor laag aan zorgvuldig geschilderde ruimtes. Zuurmond: “De ruimte is voor mij zowel fysiek als psychologisch; je moet als kijker door die ruimte heen kunnen, je moet mee kunnen bewegen.”

In hun beelden doemen herkenbare vormen op van menselijke figuren, lichaamsdelen, natuurlijke elementen of gebruiksvoorwerpen. “Zijn werken komen soms op me over als een vervaagde herinnering”, aldus Julie over het werk van Ronald. “Het wel willen, en kleine flarden krijgen, maar het niet volledig terug kunnen roepen. Daarin kan ik een link met mijn eigen werk zien. Waar bij mij ‘het zijn’ niet volledig te vatten is, geldt dat voor ‘de herinnering’ bij hem.” Beide kunstenaars hebben een manier gevonden om onze gewaarwording van tijd en ruimte op de proef te stellen. Ze tonen vaak net genoeg om het te laten lijken op wat we kennen, maar voldoende abstract ook om het beeld weer te laten vervluchtigen, in raadselen te hullen en de nieuwsgierigheid van de beschouwer stevig in de greep te houden.

 

In aanloop naar de tentoonstelling vond een interview plaats met Julie van der Vaart. Het interview staat vanaf nu online op onze website en is vrij te gebruiken voor persuitingen rondom deze tentoonstelling.

LEES HIER HET VOLLEDIGE INTERVIEW
.


 

Julie van der Vaart

Julie van der Vaart Galerie Wilms

Julie van der Vaart


Julie van der Vaart (1988) is een vaste kunstenaar van Galerie Wilms. Recent verscheen bij uitgeverij Void haar boek Blind Spot, waarin haar werk van de afgelopen zes jaar is gebundeld in één uitgave.

In de tentoonstelling tonen wij haar recente serie ‘Black Cloud’; een project over
de vloeibaarheid van het zijn en de ervaring van Julie van der Vaart met depersonalisatie. De titel is ontleend aan Fred Hoyle’s SciFi-roman The Black Cloud uit 1957, die gaat over een intelligente, buitenaardse entiteit in de vorm van een enorme gaswolk. Dit idee, van een wezen dat geen substantiële of vaste vorm heeft, diende als inspiratie.

“Gedurende mijn hele leven heb ik momenten beleefd waarop ik voelde dat mijn wezen niet in dit lichaam zat, niet beperkt werd door de grenzen van mijn huid. Waar bevindt het zelf zich? Is het in het lichaam, het hart, de geest?
Of is het vloeibaarder, strekt het zich uit buiten het lichaam, als een energetisch veld? Zijn wij als driedimensionale wezens beperkt in ons begrip van de werkelijkheid? En wat ís werkelijkheid? Mijn werk draait om deze vragen.”

Julie van der Vaart is een fotografisch kunstenaar geboren in Maastricht, Nederland, wonend en werkend in België. Na een Master in Fine Arts, Fotografie aan de Media, Arts & Design-faculteit Genk en een Master na Master-programma van Onderzoek in Kunst en Design aan Sint Lucas Antwerpen deed ze een residentie van een jaar aan de Van Eyck Academie in Maastricht, waar ze zich richtte op de productie van zelf gepubliceerde fotoboeken. Sinds 2020 wordt ze ondersteund door het Mondriaan Fonds, met het stipendium voor gevestigde kunstenaars, en sinds 2021 neemt ze deel aan de tweejarige internationale Masterclass Reflexions 2.0.

 

 


Ronald Zuurmond Galerie WilmsRonald Zuurmond

Het zoeken naar het beeld is het handschrift van Ronald Zuurmond (1964). De dingen die hij schildert zijn er al. Hij hoeft ze alleen maar te zien, achteloos, vanuit de ooghoeken. Ze zijn een soort aanleiding, een begin. De rest is hard werken en overwegen. Je zou die manier van schilderen kunnen vergelijken met het werk van de dichter. De eerste regel van een gedicht is een cadeauregel, de rest is zwoegen. Trial and error. De vergelijking met de dichter geldt ook in andere zin. Net als de dichter zich een vorm kiest, zo kiest Zuurmond het schilderij. Zo’n keuze is een beperking waarbinnen de mogelijkheden zich ontvouwen. De vrijheid ervaar je in beperking, dat is de paradox van de vorm. Wat het sonnet is voor de dichter, is het schilderij voor hem. Ronald Zuurmond is een schilder die altijd opnieuw uit moet zoeken hoe hij het moet doen. Elk doek is een opstap naar het volgende, in zekere zin haken de schilderijen in elkaar. “Als je tegen een muur aanloopt, moet je het nog een keer doen. Pas dan weet je het zeker. En op het moment dat je iets zeker denkt te weten, is het weer voorbij.”

Een woord dat in een gesprek met Ronald Zuurmond om de haverklap opduikt, is ruimte. Die ruimte schept hij in technische zin door laag op laag te schilderen, vaak over eerder mislukte schilderijen heen, en hier en daar de verf weer weg te schrapen. Alsof hij een gordijn wegtrekt. Dat gebeurt met een zekere snelheid die belangrijk is om de nodige afstand tot het doek te bewaren. De ruimte in het schilderij strekt zich voor hem uit van voor naar achter, veel meer dan van links naar rechts. De dingen die hij schildert moeten bewegen in die ruimte, zowel in het platte vlak als in de diepte. “Je moet tegelijk een doorkijk hebben en een weerstand voelen waartegen het oog opbotst. De ruimte is voor mij zowel fysiek als psychologisch. Je moet als kijker door die ruimte heen kunnen, je moet mee kunnen bewegen. Je moet stap voor stap in de ruimte van het schilderij kunnen treden. Het gaat mij nooit om een perspectivische ruimte, ik wil niet dat het schilderij iets anders suggereert dan het fysiek is.” tekstfragment Frits de Coninck

 

 

 

 

Shifting perspectives

18|05|2023 - 15|07|2023

Lisanne Hoogerwerf
Met Pim Palsgraaf, Maurice van Tellingen, Hugo Tieleman & Casper Verborg

Opening Hemelvaartsdag 18 mei van 15.00 – 17.00 uur


Lisanne Hoogerwerf gebruikt fotografie om haar verbeelding en herinneringen zichtbaar te maken. In haar studio bouwt ze plekken en landschappen die kleurrijk en speels zijn, maar ook grimmig. Hoogerwerf fotografeert, zoals ze het zelf noemt, ‘echte onechte plekken’. Daarmee bedoelt ze dat de locaties die ze vastlegt niet zijn geworteld in de realiteit, maar wel gemaakt zijn van echte materialen. Lisanne Hoogerwerf wordt vast vertegenwoordigd door Galerie Wilms.

Tijdens deze tentoonstelling is nieuw werk van Lisanne Hoogerwerf te zien, samen met kunstwerken van Pim Palsgraaf, Maurice van Tellingen, Hugo Tieleman en Casper Verborg. Vier kunstenaars die Hoogerwerf aandroeg omdat ze thematische raakvlakken ziet tussen haar eigen werk en dat van deze kunstenaars.

De foto’s van Lisanne Hoogerwerf (1987) tonen oorden die zowel fictief als reëel aandoen; het zijn landschappen die buiten de dagelijkse realiteit staan, maar die zijn gemaakt met tastbare materialen zoals hout, zand, verf en karton.

Voor Hoogerwerf is fotografie een middel om innerlijke beelden zichtbaar te maken. Haar verbeelding en herinneringen vormen de inspiratiebron voor haar werk. De vloer van haar studio is het podium waarop ze haar kleinschalige landschappen laat opdoemen en verdwijnen; zodra een landschap af is, legt ze het zorgvuldig vast met haar camera, om het vervolgens weer af te breken zodat nieuwe werken kunnen ontstaan.


“Iets wat ontastbaar is, wat ik voor me zie in mijn eigen verbeelding, maak ik tastbaar met fysieke materialen. In het proces van filmen en fotograferen krijgt het vervolgens een eigen werkelijkheid. Zodra ik het beeld heb gemaakt verdwijnt die wereld ook weer, terug in het ontastbare. Het is een constante wisselwerking tussen iets wat echt aanwezig is en het weer wegglijden en verdwijnen daarvan.”


Lisanne Hoogerwerf woont en werkt in Den Haag. Ze studeerde aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunst in Den Haag en studeerde vervolgens Film- en Literatuurwetenschap aan de Universiteit Leiden. Na haar studies werkte ze een aantal jaren als foto- en videograaf. In 2019 begon ze uiting te geven aan haar innerlijke beelden. Haar huidige werk ontstaat in een combinatie van op kleine schaal bouwen, schilderen en fotograferen.

 

Pim Palsgraaf (1979) laat zich inspireren door verval en onregelmatigheden in de stad. De tegenstelling tussen natuur en stedelijkheid is relevant in zijn werk, dat een steeds diepgaander onderzoek naar de erosie van de binnenstad omvat. Lege ruimtes, oude gangen en plafonds die op instorten staan en waar de natuur het overneemt: ze voeden allen zijn fascinatie voor dit proces.

Palsgraaf zwerft en werkt regelmatig met andere kunstenaars in de ruïnes van grote industriële bouwwerken, zoals die bijvoorbeeld in voormalig Oost-Duitsland te vinden zijn. In 2012 initieerde hij het project If Paradise Is Half As Nice (IPIHAN), een kunstproject gericht op het maken van kunst in deze verlaten gebouwen. Gedurende een periode van ongeveer een maand neemt IPIHAN een gebouw over, richt woon- en werkruimtes in en maakt kunst met wat het gebouw te bieden heeft.

 

Hugo Tieleman (1982) zoekt in zijn schilderijen vooral het contrast op tussen de natuur en de invloed van de mens. “De tragedie van het landschap, dat is waar mijn werk over gaat”, zegt hij zelf. Recensent Micha Andriessen schrijft: “Zijn kleurrijke schilderijen verbeelden ontheemde en overwoekerde taferelen van verval. Met soms giftige kleuren toont Tieleman hoe de mensheid zijn sporen in de natuur achterlaat. Met verwijzingen naar traditionele schilderkunst, de vanitas en de landschappen en ruïnes uit de Romantiek, onderzoekt Hugo Tieleman onze veranderde perceptie van de natuur, het landschap en de wereld om ons heen.”

 

 

In zijn objecten gaat Maurice van Tellingen (1957) op zoek naar het onbeduidende, het alledaagse. Zo geeft hij een eenvoudige raampartij van een kinderkamer weer of een enkel blauw gordijn waar doorheen een venster zichtbaar is. Een andere keer tref je een spierwitte deur aan, die in een vierkant kader is geplaatst. Van veraf lijken deze huiselijke taferelen gefotografeerd of geschilderd, maar van dichtbij zie je dat het hier om driedimensionale modellen gaat: objecten die hij met grote precisie en aandacht uitvoert in verschillende materialen.

Qua onderwerpkeuze lijkt hij stelselmatig op zoek te zijn naar het imaginaire binnen het alledaagse; illusie en werkelijkheid liggen voor hem in het verlengde van elkaar. Wanneer je zijn verstilde ruimtes bekijkt, vraag je je af in welke enscenering je bent beland: ‘Wat is er hier gebeurd of wat gaat er precies gebeuren?’ Van Tellingen studeerde aan de Rietveld Academie en de Rijksacademie, beiden in Amsterdam. Hij was onderdeel van belangrijke museale tentoonstellingen en nam ook deel aan een groot aantal exposities in het buitenland.

 

Opengelaten of opgeschuurde stukken canvas, pasteuze massa’s afgewisseld met dunne verfstreken en subtiele details: de schilderijen van Casper Verborg (1981) leven. Hij heeft een eigenzinnig palet ontwikkeld met karakteristieke kleuren in onverwachte combinaties. Op het eerste gezicht vrolijk, maar bij de tweede gedachte alarmerender, zelfs giftig, zoals dat onweerstaanbare snoepje dat eigenlijk van chemische substantie is.

Verborgs omgang met kleur en de gelaagde verfoppervlakken van zijn schilderijen zijn even grillig als de taferelen die zij weerspiegelen. Hij toont de wereld als het theater van innerlijke onrust zonder expliciet in te zoomen op wat er werkelijk gebeurde. Zijn personages verwijzen naar menselijk drama of gewoon alledaagse zaken. Er zijn verwijzingen naar romantische schilders, maar ook naar meer hedendaagse abstractie. De omgeving is de laatste jaren een grotere rol gaan spelen in zijn werk – nadrukkelijker aanwezig, maar abstracter en daardoor universeler. In een schilderij kan de achtergrond zich zowel laten lezen als binnen- of buitenruimte, als bos, architectuur of olievlek. Het is alsof de toetsen, vlekken en vegen kortstondig bij elkaar komen om een oogwenk later, net als je je omdraait, weer uit elkaar te vallen.