Hij, Zij, Het
Gies Backes | Sander van Deurzen | Peter Hoijmakers | André Wiehager


Opening zondag 6 september van 13.00 – 18.00 uur in aanwezigheid van de kunstenaars
In hoeverre echoot de plaats waar je bent geboren en of opgegroeid door in het werk van een kunstenaar? In de tentoonstelling ‘Hij, Zij, Het’ wordt werk getoond van vier Venlose schilders. De kunstenaars Gies Backes, Sander van Deurzen, Peter Hoijmakers en André Wiehager groeiden allen op in Venlo maar bewandelden hun eigen weg. Nieuwe steden lonkten en werden gekozen om te wonen en te werken, al dan niet tijdelijk.
De tentoonstelling laat zien welke verschillende standpunten deze vier schilders innemen en hoe ze middels schilderkunst reageren op de actualiteit en het leven van alledag. Ze tonen verschillende invalshoeken en strategieën die samen een veelzijdig beeld geven van hoe de actuele schilderkunst onze tijd probeert te duiden door middel van verf. Tegelijkertijd zien we een overeenkomstige kwaliteit in het colorale aspect van deze boeiende schilders.
Middels tentoonstellingen in binnen- en buitenland is hun werk bekend bij liefhebbers, verzamelaars, bedrijfscollecties en musea. Een andere ‘gemene deler’ is Museum van Bommel van Dam, die het werk van alle 4 de kunstenaars in de collectie heeft opgenomen.

 

Uiteraard houden we de richtlijnen van de RIVM in acht. Gelijktijdig kunnen er 18 mensen in de galerie zijn, daarnaast hebben we de opening verspreid van 13.00-18.00 uur waardoor we een spreiding van mensen verwachten. Wilt u desondanks zeker zijn van toegang zonder wachten raden we aan om vooraf aan te geven hoe laat u wilt komen. Anders kan het voorkomen dat u even moet wachten. Uiteraard zullen we dit zo goed mogelijk proberen te stroomlijnen.


 

extra activiteit tijdens de tentoonstelling:

zondag 27 september | 15.00 uur
Paulo Martina, Directeur Museum van Bommel van Dam gaat in gesprek met Gies Backes en Sander van Deurzen. Benieuwd naar de achtergrond, drijfveren, inspiratie en werkwijze? Bijna niets blijft onbesproken…

Gratis toegankelijk, na aanmelding via e-mail.

Locatie:                            Stek (links naast de bibliotheek – Begijnengang 2 – Venlo)
Tijd interview:                  15.00 uur – 16.00 uur
ontvangst:                        vanaf 14.45 uur

Stek is op loopafstand van Galerie Wilms.

Het is mogelijk om voorafgaand aan het interview en na afloop de tentoonstelling te bekijken. We gaan speciaal open vanaf 13.00 tot 17.00uur. Tijdens het interview is de galerie gesloten.

Bij Stek krijgt u een lekker kopje koffie of thee.  Verdere drankjes bij Stek zijn voor eigen rekening.
Uiteraard houden we zowel in de galerie als in Stek alle voorschriften i.v.m. Corona goed in acht.

 


 

Gies Backes Galerie Wilms

Gies Backes (1977)
Backes’ schilderijen bewegen steeds met de kijker mee. Ze lijken zich zelfs aan de blik van die kijker aan te passen en beginnen meteen iets anders te betekenen zodra een ander ze bekijkt. De gestolde tijd, de stilte, de leegte: in het schilderij smelten ze samen tot een spiegel. Niet alleen voor de kijker, ook voor Backes zelf. Dat alledaagse tafereel dat hem zonder te weten waarom zo trof dat hij het wilde schilderen, dat op zich onooglijke beeld wordt na lang en aandachtig werken een doek. En met terugwerkende kracht geeft dat ineens een clou waarom dat het schilderen waard zou zijn. Ineens, lang nadat het is gezien, krijgt het destijds nog onbeduidende beeld betekenis.

 

 

 

 

 

 

 

Sander van Deurzen (1975)
Wanneer je naar een schilderij van Sander van Deurzen kijkt zie je een tafereel dat vrij abstract aandoet. Je ziet bijvoorbeeld een kegel, een bal, lichtschimmen, felle en snel geschilderde kleurbanen en een draadje dat tussen de vormen door loopt.  Wanneer je langer kijkt zie je steeds meer. De bal zou ook een oog kunnen zijn en wat gebeurd daar tussen die gekleurde banen, kijkt daar nog een oog mee?  Als kijker naar zijn schilderijen kan je je opeens bekeken voelen. Het op het eerste gezicht onschuldige tafereel blijkt opeens andere dimensies in zich te dragen en gevoelens op te roepen.
Van Deurzen haalt zijn motieven in eerste instantie vanuit dingen die hij om zich heen waarneemt. Hij komt ze spontaan tegen op straat, maar ook zoekt hij op internet naar afbeeldingen. Zo ontstaat een zich steeds verder uitbreidend archief van smartphone en internetfoto’s die hij vanuit deze dagelijkse observaties maakt. Deze waarnemingen vertaalt hij eerst in schetsen en later schilderijen. Hij zoekt met name naar vormen die door ze te abstraheren meerdere betekenislagen in zich dragen maar ook de tijdgeest verbeelden.

Sander koos voor schilderen kort nadat hij de academie had verlaten waar hij afstudeerde in installatiekunst. De reden toen was dat hij met en in de kunsthistorische traditie wilde werken en deze wilde vertalen naar de hedendaagse tijd. Nu is er een nieuwe reden om te schilderen; de schilderkunst kan volgens hem, door haar statische en complexe karakter, nauwkeurig reflecteren op het vluchtige karakter van onze tijd. Het past heel goed bij hem; in zekere zin is het langzaam denken.

 

 

Peter Hoijmakers (1968)
De schilderijen van Hoijmakers kenmerken zich door een overdaad aan barokke vormen, heldere kleuren, en materiaalexperimenten. Hoijmakers observeert de werkelijkheid en haalt daarbij elementen uit religie, straat- en popcultuur en verwerkt die tot een kleuren -en materialenorgie op monumentale formaten.
Zijn schilderijen gaan in belangrijke mate over het schilderen zelf; over hoe je in het spanningsveld tussen illusie, werkelijkheid en het materiaal, zaken ordent, noteert en interpreteert. Hoijmakers probeert in zijn schilderijen contrasten en spanning te creëren door elementen uit verschillende werelden tegen elkaar af te zetten. Bijvoorbeeld door combinaties van lage en hoge cultuur, expressief versus decoratief. Allen hebben zij op zich een eigen betekenis. Samengesteld probeert hij ze te transformeren tot een nieuwe logica.
In de perceptie van zijn schilderijen speelt het materiaalgebruik een grote rol. Zijn schilderijen zijn vrij ‘plat’ geschilderd. Maar in de ervaring ervan zijn ze heel fysiek. Sommige platte gedeeltes zijn opgebouwd uit velen lagen – soms wel centimeters dikke verf. Ook gebruikt hij concrete materialen zoals textiel, eierschalen en nog veel meer. Zij dragen een kunsthistorisch betekenis, maar Hoijmakers voegt daar nieuwe betekenissen aan toe. Zoals bijvoorbeeld bij de eierschalen; ze gaan over de huid van het schilderij, maar ook over de kwetsbaarheid van de afgebeelde persoon. Peter Hoijmakers probeert fysieke, schilderkunstige en psychologische realiteiten te combineren en hoopt daarmee transformaties te bereiken in de geest van de toeschouwer.

 

 

André Wiehager (1966)

Een schilderij heeft niets met realisme van doen. Het is eerder een realiteit binnen ‘de’ grotere realiteit. De enige waarneembare realiteiten van een schilderij zijn de maat, de verf, de vorm, de kleur en hun onderlinge verhoudingen. De kracht van een schilderij ligt besloten in de concentratie en intensiteit, waarmee de afzonderlijke delen samengaan in een georganiseerd geheel. Ieder werk is een hernieuwde test-case waarin de communicatie met het publiek op de proef wordt gesteld.

Omdat we veel reizen, vliegen, kopen, bouwen, klussen en verkloten, vraagt deze tijd om nieuwe schilderkunst. Het is zaak de verwende en verveelde blik van de toeschouwer te verleiden en te vangen. Liefst op dusdanig indringende wijze dat het schilderij nog lange tijd zal nagalmen in de geest van de recipiënt. De schilder zal dit spel sluw en haast doortrapt moeten spelen. Prikkelen is het doel, verhullen de formule.